De Vecht was een belangrijke handelsroute tussen Nederland en Duitsland. Omdat het op sommige stukken heel ondiep was, werd de zomp ontworpen. Hiermee werd van alles vervoerd, ook mensen.
Nederland en Duitsland handelen al een paar eeuwen met elkaar. Via zandweggetjes en rivieren werden de producten vervoerd. Bij slecht weer werden de wegen onbegaanbaar. Vervoer via water was daarom heel belangrijk. De Vecht was een winterrivier en had in die periode genoeg water voor schepen. Toch waren er veel ondiepe plekken. Hiervoor werd een speciaal schip ontworpen: de zomp. De meeste schippers woonden in Dalfsen. Per keer was de zomp beladen met ongeveer 10.000 kilo. Een reis van Zwolle naar Nordhorn duurde 12 dagen. In de 19e eeuw werden de zandweggetjes bestraat en rond 1900 werd de Vecht gekanaliseerd. Bochten werden afgesneden en er stond het hele jaar genoeg water. De afstand tussen Zwolle en Nordhorn werd verkort naar 8 dagen. Uiteindelijk werd in 1903 de spoorlijn van Zwolle naar het oosten geopend.
De Vecht als handelsroute
Op de Vecht werd veel handelgedreven: eek, oer, Bentheimer zandsteen, rogge, houtskool. Eigenlijk alles wat vervoerd kon worden! Zelfs mensen werden vervoerd. De Bentheimer zandsteen is gebruikt bij de bouw van onder andere het paleis op de Dam.
Boottochtjes met de zomp
De laatste nog functionerende zomp heette ‘Regt door zee’ en werd in de 19e eeuw gebouwd in Enter. De zomp deed dienst tot 1925. De huidige zomp in Dalfsen is een replica van deze zomp. Met deze replica kun je een tochtje over de Vecht maken.