Omstreeks het jaar 1000 werd de bisschop van Utrecht (gevestigd in Deventer) naast kerkelijk ook wereldlijk leider van het Oversticht. Hij voegde het kerkdorp Dalfsen samen met de buurschappen. Daardoor ontstond het kerspel of de parochie Dalfsen als bestuurlijke eenheid. In 1811 ontstond de hedendaagse gemeente Dalfsen.
Kerspel
Omstreeks het jaar 1000 werd de bisschop van Utrecht (gevestigd in Deventer) naast kerkelijk ook wereldlijk leider van het Oversticht (stad Groningen, Drenthe en het huidige Overijssel). Hij voegde het kerkdorp Dalfsen samen met de buurschappen. Daardoor ontstond het kerspel of de parochie Dalfsen als bestuurlijke eenheid. Het kerkbestuur had namens de bisschop van Utrecht zeggenschap over kerkelijke zaken, armenzorg en onderwijs. Het kerspel Dalfsen was groter dan de huidige gemeente: een deel van de voormalige gemeente Heino hoorde er ook bij.
Het is niet precies bekend wanneer de kerstening (bekering tot het Christendom) van Dalfsen en omgeving heeft plaatsgevonden, maar in ieder geval werd in Dalfsen al vóór 1178 een kerk gebouwd. Er waren toen voldoende inwoners om een kerk te kunnen onderhouden.
Marken
Tijdens de Middeleeuwen nam de bevolking toe waardoor er markegenootschappen werden opgericht om het intensievere gebruik van de gronden te reguleren. Het kerspel Dalfsen kreeg zo zeven marken.
Staten en steden
De macht van de Utrechtse bisschop als landsheer van het Oversticht kreeg in de loop van de 12de en 13de eeuw steeds meer concurrentie van de adel en de steden. Zowel in het kerspelbestuur als in de markenbesturen had de adel het voor het zeggen. In 1528 stond de bisschop de wereldlijke macht over het Sticht (Utrecht) en het Oversticht (Stad Groningen, Drenthe en Overijssel) af aan keizer Karel V die heer werd van Overijssel. Hij richtte het bestuur zo in dat de staten van Overijssel werden gevormd door de steden Deventer, Kampen en Zwolle en de ridderschappen van Salland, Twente en Vollenhove.
Gemeenten
Met de komst van de Bataafse Republiek ontstond vanaf 1811 de hedendaagse gemeente Dalfsen uit het bestaande schoutambt en kerspel. In 1818 werd de nieuwe gemeente Nieuwleusen daarvan afgesplitst. De buurschappen, marken en kerspels bleven aanvankelijk gewoon bestaan met hun eigen taken. Totdat rond 1850 alle marken werden opgeheven, de bezittingen verdeeld onder de eigenaren en de resterende taken werden overgedragen aan de gemeente. In 2001 werd het grootste deel van de gemeente Nieuwleusen weer samengevoegd met Dalfsen.