Rondom de dorpen en in het buitengebied staan nog verschillende prachtige oude boerderijen die alle vele eeuwen bestaan zoals bijvoorbeeld de boerderijen in Millingen en Emmen, bij den Aalshorst en den Berg, in Nieuwleusen, Welsum, Oudleusen en in Hessum.
De hogere en vruchtbare zandgronden langs de rivier de Vecht waren al vroeg in de prehistorie een ideale vestigingsplek voor boeren. Vele erven en gronden waren sinds 1000 n. Chr eigendom van het bisdom Utrecht, de Stift Essen, de graaf van Bentheim of het Munsters leengoed.
Het oudst bekende erf is “die Ierthe” in de marke Lenthe en dateert uit 947 n. Chr. Het is momenteel nog als boerderij in bedrijf.
Landbouw in de 15e t/m 18e eeuw
Het land om de boerenerven werd bemest met koemest en heideplaggen wat veel in de omgeving te vinden was. Rond 1600 werden met het graven van de gracht Groot Hermelijn de woeste gronden in de marke Rozengaarden en Rute toegankelijk en is Nieuwleusen ontstaan. Hier zijn vele boerderijen gesticht.
Landbouw in de 19e en 20e eeuw
In het midden van de 19e eeuw werden steeds meer erven en bijbehorend land verkocht aan de bewoners en werden de marken opgeheven. Het kunstmest werd geïntroduceerd wat een nieuwe bewerking van het land betekende.
Eind 19e eeuw en begin 20e eeuw gingen veel boerenerven over van vader op zoon en breidde zich het aantal boerenerven flink uit op de vruchtbare gronden rondom Dalfsen.
Saksische boerderijen
De boerenerven en katersteden(kleinere boerderij van een keuter)zijn meestal langgerekt van vorm met een grote rieten kap, genoemd een“hallehuisboerderij”. Driebeukige panden bestaande uit gebinten met een rieten kap met afgeknotte einden(wolfseinden). Deze traditioneel gebouwde Saksische boerderijen hebben in de voorgevel een deur en één of twee grote ramen en een kleiner raam opzij daarvan. Vaak staat er naast de boerderij een bakhuisje met pannendak. Ook zijn er boerderijen waarbij het voorhuis dwars op het achterhuis staat. Deze ‘kruk-boerderijen’ zijn ontstaan doordat er op de boerderij een jongere generatie kwam inwonen die een eigen woonruimte kreeg.