Vanaf ongeveer 3400 v. Chr. vestigden de eerste Trechterbekermensen zich in deze regio. Hun naam is afkomstig van hun typische aardewerk met veel versieringen. In de omgeving van Dalfsen zijn veel overblijfselen en voorwerpen van deze eeuwenoude cultuur gevonden.
Trechterbekercultuur
Vanaf ongeveer 3400 v. Chr. vestigden zich de eerste boeren boven de grote rivieren in Nederland. Zij werden ook wel de Trechterbekermensen genoemd, naar het opvallende aardewerk dat ze hadden in de vorm van een trechterbeker. Vanaf ongeveer 2750 tot 2000 v. Chr. kwamen er veeboeren, de enkelgraf- en klokbekercultuur, uit het zuidoosten van Nederland naar deze omgeving. Elke cultuur gebruikte een eigen kenmerkende versieringstechniek op het aardewerk.
Vondsten in Oosterdalfsen
Vooral in Drenthe zijn veel overblijfselen te vinden, zoals hunebedden. Maar ook het gebied langs de Vecht was een geschikt leefgebied. Op de hoge zandruggen en rivierduinen bouwden de vroege bewoners huizen en legden ze akkers en begraafplaatsen aan. In Oosterdalfsen vind je het grootste grafveld van de Trechterbekercultuur in Noordwest-Europa. Archeologen vonden hier meer dan 100 trechterbekers, graven, scherven en vuurstenen pijlpuntjes. In Ankum, Hoonhorst, de Marshoek, Rechteren, Polhaar, Welsum en Oudleusen zijn veel slijpers en stenen bijlen gevonden, attributen van trekkende jagers en vaste bewoners.
De vuurstenen offerbijl diende waarschijnlijk als offer om de goden goed te stemmen. De bijl werd in 1995 gevonden in een laaggelegen gebied, van oorsprong moeras, bij de Meentjesweg in het zuidwesten van Nieuwleusen. De bijl bevindt zich in een vitrine in museum Palthehof. De offerbijl is ongeveer 3000 jaar oud, 4 cm dik, 19 cm lang en de breedte verloopt van ca. 3½ cm aan de bovenkant naar 7½ cm aan de onderkant. Zowel de voorkant als de achterkant van de bijl zijn glad.