In de 9e eeuw ontstond het zogenaamde hofstelsel. Boeren zonder eigen grond betaalden belasting aan grondbezitters. Het Hof van Ierte was van grondbezitter. Het hofstelsel verwaterde vanaf 1200. Tegenwoordig is de Ierthe in particulier bezit.
Het ontstaan van een hofstelsel
Aan het eind van de 8e eeuw vestigden voormalige Germaanse soldaten zich als boer in de regio. Zij vormden kleine legertjes en probeerden zo hun grondgebied te verdedigen en uit te breiden. Ook beschermden ze omliggende boeren voor concurrerende groepen. In ruil voor bescherming moesten die boeren hun grond overdragen. Zij werden “horige boeren”: boeren zonder eigen grond. Zo ontstond er ook een hiërarchie, tussen horigen en grondeigenaren. Boeren in de omgeving moesten belasting betalen over hun gronden in de vorm van een deel van de opbrengst en diensten voor de landheer uitvoeren. Deze bestuursvorm werd het hofstelsel genoemd.
Koninklijk Hof van Ierte
Het hofstelsel werd rond het jaar 800 in Dalfsen en omgeving ingevoerd. Daarvoor was het hof Ierte (Ierthe) in de buurtschap Lenthe een koninklijk hof, onder het bewind van Koning Keizer “Otto I de Grote “.
Het hof Ierte was in leen gegeven aan het stift in Essen (Duitsland). Dit klooster was in 944 vrijwel geheel afgebrand en door een schenking van keizer Otto I weer opgebouwd. Een Stift is een klooster voor dames van adellijke afkomst. Bij het hof Ierte hoorden tien boerderijen in Lenthe, vier in Emmen (Dalfsen) en vier in Dalfsen. Zelfs in Hasselt en Mastenbroek behoorden nog boerderijen bij dit hof. Uiteindelijk besloot het Stift de Ierte te verkopen aan de heer Evert Lucas en werd het als een zelfstandig goed voortgezet.
Het hofstelsel verwaterde al vanaf 1200, de landheren kregen minder macht en de horigen kregen meer rechten en vrijheden. Tegenwoordig is de Ierthe in particulier bezit.